Tweetal
De wind tilt het tweetal op. Horizontaal, met de armen gestrekt, hangen ze in de lucht. Ze fladderen een beetje, maar nodig is dat niet. De wind blaast ze nog dichter naar elkaar toe.
Ze sluiten hun ogen en tuiten hun lippen, allebei. Ooit, als de wind echt goed zit, zullen ze eindelijk voelen hoe de lippen van de ander proeven. Zoet, stelt zij zich voor. Pikant, hoopt hij. Ze fladderen een beetje en dromen verder. Voorlopig.
De wind tilt het tweetal op. Horizontaal, met de armen gestrekt, hangen ze in de lucht. Ze fladderen een beetje, maar nodig is dat niet. De wind blaast ze nog dichter naar elkaar toe.
Ze sluiten hun ogen en tuiten hun lippen, allebei. Ooit, als de wind echt goed zit, zullen ze eindelijk voelen hoe de lippen van de ander proeven. Zoet, stelt zij zich voor. Pikant, hoopt hij. Ze fladderen een beetje en dromen verder. Voorlopig.