TwweeT en de kleine dingen

zaterdag, augustus 31, 2002

Schuld
Bij me in de wagon zaten twee mannen. De ene zat net achter me, in z'n eentje. Hij las een tijdschrift. De andere zat schuin voor me. Hij wriemelde heen en weer. Het was een beetje een duistere figuur. Hij had een legeruniform aan, maar had ook een gitaar bij zich. Zijn tas was beduimeld en straalde helemaal niet de orde en netheid uit die je van een beroepsmilitair verwacht.

Ik had de stoptrein genomen. Op het werk had ik net een stukje af en vond het wel tijd om naar huis te gaan. Liever dan nog een half uur te wachten op de rechtstreekse trein, nam ik de stoptrein, dan was ik toch zo'n twintig minuten vroeger thuis.

Toen we voor het eerst stopten, wendde de beduimelde militair zich naar me toe. "Heb je een telefoon bij je?" vroeg hij. Ja, dat had ik. Hij vroeg of hij eens zou mogen bellen. Hij zou me er wel voor betalen. Zo scheutig ben ik er niet op om mijn telefoon uit te lenen, maar ik ging akkoord. Als je dringend iets af te spreken hebt, kan een kort telefoontje vanop de trein wonderen doen. Ik wilde hem best helpen. Ik overhandigde hem mijn gsm, maar zag nog net dat ik helemaal geen ontvangst had. "Dat zal niet gaan nu, ik heb geen ontvangst." "Dan is het niets, dan bel ik wel vanuit Antwerpen." Ik vond het wel een galante oplossing van mezelf: ik had getoond dat ik hem wilde helpen, maar de techniek had er een stokje voor gestoken.

Maar ik voelde me ook een beetje schuldig. Twee stationnetjes verder zag ik dat de ontvangst terug in orde was. "Nu zal het wel gaan, ik heb terug ontvangst," zei ik. "Danku, ik zal het kort houden." Hij drukte een nummer in en begon een gesprek in het Engels. Ik verwijderde me discreet. Hij vroeg of hij Monica kon spreken. Die was er niet. Mmmm, dacht ik, dat valt mee, zo wordt het wel een heel kort gesprek. Ik betrapte mezelf erop dat ik me helemaal niet gemakkelijk voelde, met mijn ontleende gsm. De laatste weken waren erg duur voor me op gsm-gebied. Ontelbare sms-jes, een aantal buitenlandse gesprekken. Nu dit er nog eens bij, mijn rekening zou torenhoog zijn volgende maand. Maar de kosten voor dit gesprek wogen natuurlijk niet op tegen de kosten van mijn buitenlands gebel. Ik vond mezelf heel erg onredelijk, en voelde me schuldig omdat ik zo krenterig was. Nu leek ik de Hollander wel. En trouwens, hij had me beloofd om me te betalen.

Ik had mijn conclusie te snel getrokken. Ook met de persoon die de telefoon opgenomen had, en die dus niet Monica was, was een dringende lange babbel nodig. Er werden helemaal geen afspraken gemaakt, er werd een lange intieme babbel gehouden. Ik voelde mezelf nog ongemakkelijker worden. Ik wilde helemaal niet luisteren, ik wilde dat hij stopte met babbelen. Ik voelde me schuldig en werd stilaan kwaad op mezelf. Waarom werd ik daar zo ongemakkelijk van? Kon ik dan echt niets zomaar geven, zonder daarover moeilijk te doen?

In het laatste stationnetje voor ik eruit moest, maakte hij eindelijk een einde aan het gesprek. Hij kwam me mijn gsm terug overhandigen. "Moet ik je er iets voor betalen?" vroeg hij. Dat maakte me nog het kwaadst van al: hij liet mij ervoor bedelen, hij liet me er zowaar voor op mijn knieën gaan zitten. Dat ging me toch te ver... Zo hoefde het voor mij helemaal niet.

vrijdag, augustus 30, 2002

Twee collega's over collega A.
- "A. krijgt het moeilijk hé, nu."
- "Ja, ze slaapt nog slecht en het wordt zwaar ondertussen."
- "Dat zie ik ja, ik denk zelfs dat het al een beetje gezakt is."
- "Dat zegt ze zelf ook."
- "Ze kan aftellen hé."
- "Ja, nog drie weken denk ik."
- "En dan arbeiten." (met een sadistisch lachje)

Truttes
Op één foutje heb ik Mr. Sly gisteren kunnen betrappen. Tijdens een nummer, in het heetst van de strijd, kreeg hij dorst. Hij greep naar zijn fles water. Dat kunnen we hebben, daar hebben we alle begrip voor. Voor hij zich opnieuw in de strijd wierp, probeerde hij echter onopvallend een opvallende beweging te maken. Hij keek op zijn uurwerk. Dat teken van verveling of van "hoe lang moet ik dat publiek hier nog zien te amuseren?" was zo in tegenspraak met de rest van zijn "performance", dat het heel erg grappig werd.

donderdag, augustus 29, 2002

Huh?-Erlebnis
Eén nieuw e-mail-bericht, zag ik. Nieuwsgierig als altijd opende ik snel mijn mail. Ha, van D. 't Was al een tijdje geleden dat ik nog eens iets van hem gehoord had. Enkele dagen geleden moest ik nog aan hem denken. Iets van mij laten horen was er toen niet van gekomen. Om de één of andere reden lukt me dat niet zo goed, stel ik het steeds weer uit. En hoe meer ik het uitstel, hoe moeilijker het is om toch de stap te zetten.
Maar hij liet iets van zich horen. Snel las ik zijn mail door.
"nele, ben jij dit? wat is dit?
http://www.twweet.blogspot.com/"
Huh? Hij heeft me gevonden. Nooit vertelde ik hem iets over mijn blogje, maar zo moeilijk is het dus blijkbaar niet me te vinden. Niet dat ik het erg vind. Absoluut niet. D., ga uw gang hier!

Duif (3)
Ik was als allerlaatste overgebleven gisteren. Het hele gebouw was stil, alle lichten gedoofd. Alleen op mijn bureau ronkte nog een computer. Mijn raam stond open. De buitenlucht bracht alleen geluiden van kirrende duiven, en flapperende vleugels.
Plots werd het geluid van de vleugels wel heel erg luid. Ik keek over mijn schouders, en warempel, een duif had mijn vensterbank uitgekozen als uitkijkpost. Het was een mooie duif. Geen grijze, saaie, nee een witte, met kleine donkergrijze spikkeltjes. Rond haar hals waren ook enkele paarse vlekjes. Ze keek belangstellend naar binnen. Haar kopje schokte van links naar rechts. Eventjes hield ze haar kop schuin en keek me vragend aan. Ze bewoog een pootje. Ik dacht dat ze zo bij me naar binnen ging wandelen. Maar nee, ze verloor haar belangstelling en vloog weg.
Twee minuten later was ze daar opnieuw. Nu keek ze me iets langer aan. Ik durfde niet te bewegen, en zeker niet op mijn toetsenbord te roffelen. Doodstil keek ik terug. De duif bestudeerde mijn bureau grondig. De rekken, de twee bureaus, de stapels boeken, alles nam ze in zich op. Maar het was niet boeiend genoeg. Een onderzoek vanop afstand volstond. Nogmaals vloog de duif weg. Daarna zag ik ze niet meer.

leg je te rusten
adem al je twijfels uit
sluit je ogen
vergeet wat je was
bereken niets
voel
volop

woensdag, augustus 28, 2002

Nieuwe bril
Een week heb ik hem nu, mijn nieuw bril. Ik zou hem al niet meer willen missen. De wereld is o zo helder en vooral, ik heb geen hoofdpijn meer. Ook in en net achter mijn ogen voel ik geen stekende pijn meer.
Maar ik moet toegeven, ik ben er nog niet helemaal aan gewend. Telkens ik wil stoppen met werken, een sanitaire of andere pauze, of gewoon als het laat genoeg is, grijpen mijn handen naar mijn hoofd. Ter hoogte van mijn bril gekomen, realiseer ik mij dat ik deze bril best de hele tijd ophoud. Dat was niet het geval bij mijn vorige bril. Mijn handen vervolgen hun weg naar boven, ik strijk eens door mijn haar. Zo hoop ik toch geen al te belachelijk figuur te slaan.
Ook aan andere situaties moet ik nog wennen: een vast nachtelijk brilplaatsje heb ik nog niet. Elke morgen ga ik op zoek door de slaapkamer, badkamer en living naar mijn bril.
Het familiefeest zaterdag stelde ook enkele problemen. Een brillende tante of grootvader kussen bleek niet zo handig. Zaterdagavond trok ik het kunnen van mijn nieuwe bril helemaal in twijfel. Hij kon me namelijk niet beletten alles dubbel te zien. Of was het niet mijn bril die verantwoordelijk was voor mijn dubbel zicht?

Met een vette knipoog
Belgische vrouw verkiest seks boven boek in bed
Het slaapgedrag van Nederlanders en Belgen verschilt sterk van elkaar. Zo brengt de Nederlandse vrouw haar tijd in bed het liefst lezend door, terwijl de Belgische vrouw de voorkeur geeft aan het bedrijven van de liefde. Ook slapen Nederlanders het liefst onder een eenpersoonsdekbed, terwijl Belgen het knusser vinden onder een tweepersoonsdekbed.

Dat blijkt dinsdag uit een onderzoek van de Nederlandse beddenfabrikant Auping. In beide landen werden 500 mensen ondervraagd om hun slaapgedrag te onderzoeken. Daaruit bleek dat ook op het gebied van slapen cultuurverschillen bestaan. Van de Belgische vrouwen heeft 60,7 procent het liefst seks in bed. Lezen komt bij hen op de tweede plaats (54,3 procent). Bij de Nederlandse dames is dit precies andersom. Bijna 70 procent van de Nederlandse vrouwen geeft de voorkeur aan een goed boek en vrijen volgt daarop met 53,7 procent. Televisiekijken in bed doen de Nederlanders ook meer dan hun zuiderburen, 49,1 procent tegenover 17,9 procent.

Nederlandse en Belgische mannen zijn het wel eens over hun meest favoriete bezigheid in bed, na slapen is dit vrijen. Lezen volgt op de tweede plaats. Romantisch samen slapen onder hetzelfde dekbed is aan de Nederlander niet zo besteed. In tegenstelling tot de Belgen (90,4 procent) slaapt slechts tweederde onder een tweepersoonsdeken. De belangrijkste reden voor een apart overtrek is om 'touwtrekken' te voorkomen.

Bron: GVA

Station
Gisteren zag ik ze voor het eerst. Net voor het station trippelden ze heen en weer. Ze keken de mensen nauwelijks aan, daar hadden ze geen tijd voor. Misschien hoefde dat ook niet, mischien beschouwden ze de bomen en het voetpad voor het station als hun exclusief territorium. Misschien konden de pendelaars hen gestolen worden.
Toen ik 's avonds terugkeerde in het station -het was al donker- was er nog één overgebleven. Ze zocht een plekje om te slapen, stelde ik me zo voor. Of werd ze pas actief in het donker? Ik weet het niet.
Vanmorgen waren ze er in ieder geval opnieuw. Ratten... brrrrrrr...

dinsdag, augustus 27, 2002

Genoeg
"Stop met denken!" roep ik soms heel hard tegen mezelf. Ik wil nu niet denken. Ik heb al genoeg gedacht. En als ik toch moet denken, laat me dan tenminste af en toe aan iets anders denken. Hou m'n gedachten niet zo gevangen.

Brief
Massa's brieven schreef ik. Vrienden, vriendinnen, iedereen schreef ik brieven. Dat hoefden geen verre pennenvriendinnen te zijn, nee ook mijn beste vriendin en vriend, die ik dagelijks zag, ontvingen om de twee dagen een lang exemplaar van me. Elke avond kroop ik achter mijn bureau, en in mijn pen om hen een lange brief te schrijven. Ik probeerde het zo uit te laten komen dat ik de ene avond aan vriendin I. schreef en de volgende aan vriend G. Twee brieven van dat formaat op één avond was een beetje teveel van het goede. Gemiddeld telden die brieven toch wel drie à vier kantjes.
De brief schrijven was maar één oonderdeel van het ritueel. Er hoorde nog een mooie omslag bij. Ik zocht in tijdschriften en folders naar mooie, grappige, toepasselijke afbeeldingen, scheurde ze uit en maakte er een envelop van. 's Morgens overhandigden we elkaar de brief. Snel werd hij helemaal doorgelezen. Liefst nog voor de les begon, maar soms gebeurde het ook dat er duchtig gelezen werd tijdens de les. Eén keer is me dat slecht bekomen. Eén keer heb ik een brief van vriend G. voor de hele klas moeten verscheuren. Vriend G., we zaten in dezelfde klas, had erg veel medelijden met me en probeerde me de volgende dag ongeveer dezelfde brief te schrijven. Alle andere exemplaren raakten wel heelhuids de lessen door en belandden in mijn brievenschuif. Daar bewaar ik ze nu nog.
De laatste jaren zijn de aanvullingen in die schuif eerder schaars te noemen. Slechts zelden schrijf ik nog eens een brief met de hand, e-mail heeft definitief de plaats van de brieven ingenomen vrees ik. Geen mooie omslagen meer, geen handgeschreven brieven, geen papieren exemplaren. E-mail is saai.

Donker
Ik vrees ervoor. Ik denk dat de zomer echt voorbij is nu. Vanmorgen moest ik voor het eerst het licht aandoen terwijl ik ontbeet. De laatste weken is het ook al donker wanneer ik van het werk naar huis ga. Maar of dat aan mij of aan de korte dagen ligt, daar ben ik nog niet uit.

maandag, augustus 26, 2002

Fikfak
Twee jongens bij elkaar. De ene oud, groot en vooral sterk. De andere klein, fijn én stout. Kleine neef en grote neef. Twee uitersten zoeken elkaar op. Kleine neef hoeft maar één verkeerde beweging te maken en grote neef zit al op zijn paard. En dat is net waar kleine neef hem wil hebben. Fikfakkend rollebollen ze door het gras. Kleine neef beukt in op grote neef, hij sjot hem, hij bokst hem. Grote neef tilt kleine neef in één beweging op en laat hem een tijdje ondersteboven bungelen. Kleine neef hoopt dat hij het ooit eens zal halen van grote neef. Maar daarvoor zal hij nog hard moeten groeien. Gelukkig vindt hij het voorlopig wel fijn het onderspit te moeten delven.

"Wat ga je vanavond schrijven?"
"Dat weet ik nog niet hoor, misschien schrijf ik wel helemaal niets. Misschien hou ik het allemaal voor me."
Ik heb niets geschreven.

zaterdag, augustus 24, 2002

Lief stukje
omdat hunkeren pijn doet
omdat alleen nabijheid genezing brengt
omdat afstand groot is
omdat het woord troost biedt
dit lief stukje

Café
Onze straat telt één café. Verder alleen rijtjeshuizen, kleine appartementen, een kapper, een muzikale zaak (het fijne weet ik er niet van), een ramenzaak en een pruikenzaak. Dat is het, niets bijzonders, niet bepaald een drukke of boeiende straat.
Maar het café is wel bijzonder. Het is een echt ouderwets dorpscafé, alhoewel het "dorps-aspect" in deze buurt ver te zoeken is. Pintjes zijn er spotgoedkoop, achter de toog staat een sympathiek koppel en cola-light zal je hier niet krijgen. Voor het raam staan sanseveria's en in het deurgat altijd een poedel. Er hangt een tv omhoog waarop geen enkele aflevering van Big Brother gemist wordt.
Maar op zondagmorgen is alles anders. Zondagsrijders allerhande in knalgele pakjes staan luid pratend in het midden van de straat. Ze wachten tot de volgwagen klaar is. Dan springen ze op hun Eddy-Merckx-fiets en laten zien wat ze waard zijn. Na het fietsen doen ze dat nog eens, in het café deze keer.
Zaterdagavond of zondagmiddag heerst er ook een speciale sfeer. Dezelfde sportieve kerels als zondagmorgen, aangevuld met wat jong grut, haasten zich naar hun stamcafé. Ze dragen allemaal, zonder uitzondering, sjaals, petjes en andere attributen in felle kleuren. Al zingend stappen ze op de bus, richting uit-wedstrijd van hun favoriete voetbalclub.
Dit weekend viert het café haar 25-jarig bestaan. De hele straat staat in rep en roer. Over de volledige breedte van de straat is een tent opgesteld. Binnen maken een hele resem BV's hun opwachting en wordt er gequized, gedanst, gegeten, geluisterd, gespeeched, gelachen, en vooral gedronken. De hele straat kan meegenieten.

vrijdag, augustus 23, 2002

Wind
Je kent haar goed, je kent haar tenslotte al je halve leven. Je weet dat je niet alles weet van haar. Ergens midden in haar ogen hangt een gordijn, een gordijn waar je niet door kan kijken. Voor het gordijn is er steeds licht, achter het gordijn zie je alleen schimmen bewegen. Je weet wel ongeveer welke woorden er bij welke schimmen passen. Maar je geeft de schimmen geen namen. Je durft niet. Je wil niet. Je kan niet en je mag niet.
Maar opeens steekt er een windje op in haar ogen. Het gordijn waait alle kanten op. De schimmen krijgen gezichten en namen. Dan wilde je dat het altijd windstil gebleven was.

hongerbloempje (het), (gew.) vroegeling. hongerdag (de (m.)), dag waarop men hongert: dat land heeft 125 hongerdagen, zonder in- en uitvoer van levensmiddelen en bij hetzelfde gebruik per hoofd, zouden er in dat land gedurende 125 dagen per jaar geen levensmiddelen zijn. hongerdoek (de (m.)), (rel.) groot wandkleed in een kerk dat op de honger en de nood in de derde wereld wijst en gedurende de veertigdagentijd wordt opgehangen om de aandacht op de vastenactie te vestigen.

donderdag, augustus 22, 2002

"Als je je middenin het verdriet bevindt," zei hij," kun je je niet voorstellen dat je ooit niet verdrietig zult zijn. Maar als je je middenin het geluk bevindt besef je altijd dat het zo weer voorbij zal zijn." (Toon Tellegen. De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne. A'dam, 2002.)
(En er stond zal, niet kan)

Trein
Na één jaar pendelen op steeds dezelfde trein, naar steeds dezelfde stad, op steeds (of toch ongeveer) hetzelfde tijdstip, ken je de mensen op je trein. Je weet wie waar zit, je weet wie bij wie hoort, je weet wie waar welke aansluiting moet hebben.

Zo is er de jongen, ongeveer even oud als ik schat ik, met zijn KV-sjaal. Alleen in de zomer laat hij hem thuis. Het voetbalseizoen ligt dan ook stil natuurlijk. De jongen heeft een veel te grote bril, zijn haar ligt altijd heel plat tegen zijn hoofd en zijn handen verdwijnen steevast in de mouwen van zijn saaie blauwe regenjas. Ik mag hem niet.

Er is ook de jonge bedrukte vrouw. Haar job vergt veel van haar krachten en ook privé loopt het niet allemaal op rolletjes stel ik mij voor. Maar ongetwijfeld wacht haar een erg mooie carrière. Ze is onberispelijk gekleed, heeft een mooie figuur, ze werkt hard, neemt de hele weg papieren door, maakt aantekeningen. Haar baas heeft vast niets te klagen over haar. Behalve die glimlach, die heb ik nog nooit op haar lippen zien verschijnen. Ik ben niet jaloers.

Er zijn ook twee meisjes. Nu is het een tijdje geleden dat ik ze gezien heb, maar vanaf half september zullen ze er ongetwijfeld weer zijn. Ze studeren. Wat juist, daar ben ik nog niet helemaal achter, maar ik vermoed dat het lager onderwijs is. Het ene meisje heeft een hele schelle stem en vertelt honderduit over haar vriendje en haar weekendbelevenissen. Terwijl ze maar doorratelt over "hare Sander" verorbert ze steevast een Tupper-ware doosje vol Special-K, de droge versie. De combinatie van haar stem, haar gesmak en het geknisper van de droge corn-flakes, doen mij soms besluiten niet in hun onmiddellijke omgeving plaats te nemen.

Er is ook de slordige jongen. Hij is een beetje pafferig, draagt steeds een te kleine vest en zijn haar is altijd erg vettig. Hij draagt een tas over zijn schouder. Die puilt uit met losse papieren en verfomfaaide kranten, elke dag opnieuw. Of het steeds ander papieren zijn, of elke dag dezelfde, is niet helemaal duidelijk. Ook die jongen mag ik niet.

En dan is er de man. De man is best wel knap, heeft bruin haar, een bril en heeft iets heel intrigerends over zich. We wisselen steeds een voorzichtig knikje en lachje en één keer zelfs een paar zinnetjes. Waarom de man me intrigeert, valt moeilijk te omschrijven, maar dat het zo is staat buiten kijf. Eén keer was hij zelfs het onderwerp van mijn droom. De volgende ochtend durfde ik hem amper aankijken.
Pendelen heeft zo zijn invloed op mijn nachtelijk leven.

woensdag, augustus 21, 2002

Autobiografie
(op vraag van Kim)
Ik werk, ik slaap, ik eet, ik schrijf, ik ontmoet en ik geniet.

Paraplu
Mensen die fietsen met een paraplu zijn mietjes. Op de fiets is een paraplu niet alleen onhandig - je ziet immers niet meer waar je fietst - het heeft ook helemaal geen nut. Nat word je toch. Als het regent, en je bent met de fiets, trek dan een regenjas aan, of nog beter, een "bachke". Aan een "bachke" heb ik zelf altijd een hekel gehad. Dat zat in de weg, je kon je hoofd niet meer bewegen en het stonk. Ik koos resoluut voor de regenjas.
Tot gisteren. Gisteren heb ik mezelf belachelijk gemaakt. Ik had geen regenjas bij me, het regende en ik moest met de fiets naar huis. In mijn tas zat een paraplu. Het was donker en niemand zag me. De verleiding was groot. Ik besloot voor één keer een mietje te zijn. Ik baande me een weg met fiets én paraplu door regen en wind naar huis. Helemaal droog bleef ik niet. Maar ik moet toegeven, zonder was ik natter geweest.

dinsdag, augustus 20, 2002

Haar beide handen open
een blik vol verwachting
al haar hoop op jou gevestigd
hoe kan je haar ooit niet teleurstellen?

Oog (groen)
Ik was het beu. Genoeg van mijn pijnlijke ogen, genoeg van het wazig beeld, genoeg van mijn hoofdpijn, genoeg van de moeilijkheden om me lang te concentreren op mijn blad of computer. De bril die ik had, + 0, 5 een zogenaamde "rustbril", volstond niet langer.

Ik trok naar de plaatselijke vestiging van een grote optiek-keten en liet mijn ogen uitgebreid testen. Een jongedame vertelde me dat ik m'n kin op een ijzeren plaatje, met een doekje erop weliswaar, te rusten mocht leggen. Ze schoof een ingewikkeld apparaat voor mijn gezicht. In de verte zag ik een bontgekleurde ballon verschijnen. Een tijdje later verdween die weer. Ik verwachtte mij elk moment aan de vraag: "Wat zie je?" Maar die vraag kwam niet. Het meisje wist blijkbaar al langer dat er een ballon te zien was. Het scenario herhaalde zich. Weerom doemde er een ballon op aan de einder, daarna verdween hij. Ik zag, maar hoefde niemand te vertellen wat en hoelang ik zag. Toen sprak het meisje in raadsels. "Uw ogen zijn niet helemaal mooi bol." Dat verstond ik ervan. Verder ving ik nog iets op over prisma's, horizontaal en verticaal, maar het bleef erg onduidelijk voor me. Ik vroeg nog heel dom: "En dat heb je nu onderzocht?" Ja dus.

Ze loodste me mee naar een donker kamertje en liet me plaatsnemen op een grote pluche zetel. Ik kreeg ruim de tijd om alle apparatuur om me heen te bestuderen, het bord vol lettertjes en cijfertjes uitgebreid te onderzoeken en me alvast voor te bereiden op de komende vuurproef. Een man verscheen in het deurgat en informeerde naar mijn bril. Hij herhaalde de uitleg over prisma's en bolle ogen van het meisje. Veel wijzer werd ik er niet van. Tijd voor het echte werk dacht ik.

En daar gingen we. Weerom schoof hij hele ingewikkelde apparatuur voor mijn ogen en toen klonk eindelijk het lang verwachtte zinnetje: "Kan je de tweede rij eens lezen voor mij?" Mmmm, zo goed ging dat niet, was dat een o of een d? en die laatste letter een t of een l, of misschien een i? Hij veranderde wat aan het toestel en vroeg me "Is dit beter?" Jaaa! moeiteloos las ik de tweede rij. Het scenario herhaalde zich voor mijn rechteroog.
De verlossende uitleg kwam al snel. "Jouw bril, daar ben je niets mee hoor! Je ziet niet beter met een rustbril, je hebt een gewone bril nodig, - 0, 75. En die fout op de bolheid van je ogen, die kunnen we ook corrigeren met een bril. Die hoofdpijn van je, zal daar wel het gevolg van zijn." Hij schoof een brilletje op mijn neus. "Kijk daarmee de winkel eens in." Ik deed wat me gevraagd werd. En warempel: alle voorwerpen kregen een duidelijke grens, het was net alsof er een striptekenaar aan het werk was geweest in mijn blikveld. Een striptekenaar die omgekeerd te werk ging: nadat de kleurtjes ingevuld waren, had hij nu ook de tekening zelf aangebracht. "Veel beter," zei ik.

Vanaf vandaag draag ik ook in het dagelijkse leven een bril. Die oogarts die me vijf jaar geleden onder handen nam, verstond duidelijk zijn stiel niet: van + 0, 5 naar -0, 75, tsssss...

Af!
Gisteren was een speciale dag. In de stad hing een bijzonder sfeertje. Ik kwam een paar hele trotse, opgeluchte mensen tegen. Ze torsten zware pakken. Dikke bundels papier, in een mooi blauw of groen kaftje. Zelfverzekerd keken ze de wereld in. "Kijk naar mij! Ik heb het volbracht!" Ik kon een goedkeurend knikje net niet onderdrukken. Ik wist nog zo goed hoe zwaar die pakken waren, hoe het verse papier en de nog warme lijm rook, hoe groot de opluchting was. Het was gisteren thesis-af-dag.

maandag, augustus 19, 2002

Ochtend
Sommige ochtenden kunnen zwaar zijn. Sommige ochtenden zijn extra zwaar. De ochtend aan het begin van deze dag, was er één van de laatste soort. Het was een maandagochtend, een maandagochtend na een extra lang week-end (niet dat ik in dat week-end niet werkte), en hij liep helemaal fout. Ik werd wakker, uit mezelf, zonder wekker. Ik keek op de wekker: 6u.15. Nog een kwartier slaap te goed. Ik tastte naar mijn gsm. Er was me immers een ochtendlijk sms-je beloofd. Het sms-je was er. Maar mijn oog viel op de klok op mijn gsm: 7u.15. Foute boel. Normaal stap ik op dat tijdstip op mijn fiets, richting station. Dat zou ik niet halen vanmorgen. Weerom een snelle douche, een boterham en op weg naar de volgende trein. Ik vertrok in T-shirt en op sandalen. Er was immers nog warm weer beloofd voor vandaag. Ik was de straat nog niet uit of het regende hard, heel erg hard. Doorweekt was ik toen ik aankwam aan het station. En daar merkte ik dat ik mijn extra fietsslot vergeten was. Grrrr... Maar, mijn trein was er nog, en één september was alweer een nachtje dichterbij. Tot zover het goede nieuws.

Observaties op een BBQ*
Twee insiders geven uitleg aan twee outsiders.
- (outsider 1) "En wie is dat?"
- (insider 1) "Die linkse dat is Peter, die is samen met die rechtse, An."
- (insider 2) "Ja, die zijn al lang samen hoor, zeker al vier jaar."
- (insider 1) "Maar in het begin ging dat toch niet zo goed tussen die twee, dan ging dat nogal op en af."
- (insider 2) "Ja dat is waar."
- (outsider 1) "Ha, en dat meisje in haar rood kleedje is zeker het nieuwe lief van Bert?"
- (insider 1) "Nee, dat is Bieke, haar lief, Kris, moest werken vanavond, dus heeft Jan haar maar gevraagd of ze niet meekwam vanavond."
- (outsider 2) "En wie is die jongen daar op de hoek?"
- (outsider 1) "Dat is Jan, wist je dat niet? Die zat vroeger bij mij in de klas."
- (outsider 2) "En wie is zijn lief?"
- (insider 1) "Euhmmm, die was samen met Annelies, maar ik denk dat dat af is van gisteren. Ik had dat wel zien aankomen hoor. Maar ja, dat was ook niet zo serieus hé. En nu heeft hij zijn zinnen op Bieke gezet hé."
- (outsider 2) "Die laat er geen gras over groeien!"
- (insider 2) "Dat hoort zo hé, je moet een lief hebben hier!"
- (outsider 2) "Hoe komt het dan dat jullie niet aan een lief geraken dan?"
Insider 1 en insider 2 wisselen betekenisvolle blikken.
- (insider 1) "Omdat wij niet aan inteelt willen doen."
(*) De namen zijn volledig fictief, de situatie echter niet.

zondag, augustus 18, 2002

Uitdrukkingen uit de oude doos (5):
Mooi in de luier is lelijk in de sluier.

Herfst
De herfst kan niet ver meer zijn, ik heb ze al geroken.

zaterdag, augustus 17, 2002

Geest
Ik was een beetje ongeduldig. Ik wilde veel tegelijk. Ik wilde me douchen, wilde mijn badpak te week zetten én ik verwachtte een sms-je. Ik legde mijn gsm dus niet te ver uit de buurt. Ik hoorde het berichtje komen. Mijn gsm voelde het ook komen. Hij trilde het water in. Hij zocht het gezelschap van mijn badpak. Mijn gsm stierf een gruwelijke verdrinkingsdood. Hij trilde nog wat tegen, ik voerde nog een reanimatie uit, maar het mocht niet meer baten. De komende dagen ga ik telefoon- en gsm-loos door het leven.
Update: Een beetje geduld van mijn kant en het hete weer hebben hun werk gedaan: mijn gsm is weer top-fit! Geen frustrerende toestanden meer, berichtjes die je ontvangt maar niet kan lezen, mensen die je niet kan verwittigen, het idee dat niemand jou kan bereiken (een vast toestel heb ik niet). Aaah, ben ik dan toch zo verslaafd?

Twijfel
Vertwijfeld kijkt hij haar aan. Dit heeft hij helemaal niet goed aangepakt. Zij zucht en slaagt haar ogen ten hemel. "Waarom moet je ook steeds zo eigenwijs zijn!" Schuldbewust wendt hij zijn hoofd af.

vrijdag, augustus 16, 2002

Twee meisjes
Twee meisjes gingen op ontdekking in de wijde wereld. Ze namen mee: elk één rugzak, elk één zonnebril, elk één handdoek, elk één gsm, elk één bikini, en elk één portomonnee. Ze namen hun fiets en fietsten door het park de wijde wereld in. Althans zo voelde het toch. Aan de andere kant van het park wachtte immers een totaal onbekende wereld, met nieuwe uitdagingen, nieuwe dingen te ontdekken. De meisjes hadden gehoord dat er daar een grote fabriek was, een grote weg ook. Maar een eindje verderop, zelfs nog niet zover de wijde wereld in, zou er een plas zijn. Een plas, een vijver zo je wil, met heerlijk koel water. Dat gingen ze vandaag ontdekken in de wijde werled. Behoedzaam fietsten ze een eindje de wereld in, en daar was inderdaad de grote fabriek. Het ene meisje had al wel eens eerder iets opgevangen van de fabriek. Soms, als ze in haar bed lag, roken haar niet zo verse lakens wel erg fris naar wasprodukten. De fabriek dus.

De twee meisjes fietsten de fabriek voorbij en spoedig zagen ze een rechte lijn in de wijde wereld. Even vreesden ze dat de wijde werled hier al z'n grenzen bereikt had. Maar onder de rechte lijn, was er net één bruggetje, en gezwind zetten ze hun tocht verder. De autostrade hadden ze samen overwonnen. Tijd om te bekomen van deze overwinning kregen ze niet: er wachtte een tweede hindernis: water, géén plas, maar snel stromend water. Het water had niets weg van een vrolijk, groen, kronkelend riviertje, je zag dat de rivier al een aantal hoofdsteden gepasseerd was. De meisjes keken elkaar aan en haalden hun neus op. Vlug fietsten ze het bruggetje over.

Nu lag de wijde wereld aan hun voeten, geen grenzen meer, geen vage bekende tekens aan de rand van de weg. Een tijdje fietsten ze doelloos rond. Of beter, een doel hadden ze wel, maar een wegbeschrijving ontbrak. Maar zo kreeg de wijde wereld steeds meer een gezicht. Ondertussen brandde de zon op hun hoofd, het zweet parelde in dikke druppels op hun voorhoofd. De bikini's in hun rugzakken kriebelden in hun rug.

Het ene meisje besloot de hulp in te roepen van bewoners van de wijde wereld. Ze vroeg hen naar de plas. "Ah, de put bedoel je!" In de wijde wereld heten plassen blijkbaar putten. De wereld-bewoonster wees een onooglijk wegje aan. Gezwind fietsten de twee meisjes het weggetje in. Op het einde van het weggetje wachtte hen een heuse plas met dobberende masten en af en toe een hoofd in de verte. Ze hadden het einde van de wijde wereld gevonden voor vandaag. Ze trokken hun bikini aan en doken het frisse water in. Aan het einde van de wereld was de beloning groot.

- "Mag ik iets vragen?"
- "Ja tuurlijk."
- "Hoe oud ben je?"
- "23"
- "Oooh, we zoeken mensen ouder dan 18 en ik twijfelde."
- "Mmmmm"

Drank
Kan iemand me het exacte verschil, de Nederlandse versie, de Vlaamse is me duidelijk, uitleggen tussen volgende drankjes:
- limonade
- fris
- uppie
- grenadine
- fanta
- soda?

donderdag, augustus 15, 2002

« Kun jij eigenlijk op één hand staan ? » vroeg de eekhoorn op een middag aan de mier.
« Moeiteloos, » zei de mier en hij ging op één hand staan, terwijl hij met zijn andere handen naar de eekhoorn wuifde.
De eekhoorn wilde niet bij hem achterblijven en stond even later ook op één hand in het gras langs de oever van de rivier.
« Maar kun jij op één hand ook praten ? » vroeg de mier.
« Ja hoor, » zei de eekhoorn, gevaarlijk heen en weer zwiepend, « hollo, ai, oe, hé, hola ! »
« En kun jij op je staart staan ? » vroeg de mier .
De eekhoorn had nog nooit op zijn staart gestaan, maar hij blies zijn wangen bol en ging op het puntje van zijn staart staan.
« O, » riep de mier vol bewondering.
Toen kon de mier niet achterblijven en hij deed iets wat niemand voor mogelijk had gehouden : hij ging op zijn mond staan.
« Ai, » riep de eekhoorn.
Op dat ogenblik kwam de olifant voorbij. Hij wilde evenmin achterblijven en ging op zijn slurf staan. En even later was het de slak die op één steeltje ging staan. Dat was zo’n eigenaardig gezicht dat de mier en de eekhoorn omvielen en naar lucht moesten happen. Toen kwam ook de reiger voorbij die op zijn snavel ging staan. Maar dat had hij beter niet kunnen doen, want de snavel zakte de grond in en de reiger kon zich niet meer verroeren, terwijl hij ook niets meer kon zeggen of iets kon eten.
Het was een pijnlijk gezicht, de zwijgende reiger daar ondersteboven langs de rivier te zien staan. De kikker kwam hoofdschuddend uit het riet te voorschijn om te verklaren hoe erg hij het vond.
De mier stelde voor met zijn allen te trekken. Hij pakte één been van de reiger, de kraai pakte een achterpoot van de mier, de eekhoorn pakte de staart van de kraai eb klom op een tak van de wilg, en de zwaluw trok vanuit de lucht aan de staart van de eekhoorn.
De slak telde tot drie en iedereen trok met al zijn kracht.
Heel langzaam kwam de snavel van de reiger uit de grond omhoog. Het laatste stukje kwam echter snel, en de mier, de kraai en de eekhoorn vlogen met de reiger, de lucht in en kwamen weer neer in de rivier, terwijl de zwaluw dwars door een wolk heen schoot.
« Ik kan niet meer op mijn benen staan, » zei de eekhoorn toen hij enige tijd later doornat met de mier naar huis liep.
De mier was in gepeins verzonken.
« Denk je, » zei hij, « dat de duizendpoot ook op één poot zou kunnen staan ? »
« Vast wel, » zei de eekhoorn, terwijl hij aan iets anders dacht, dat op een plank in zijn kast lag en waar je je tanden in kon zetten. De mier kon hem nauwelijks meer bijhouden.
(uit: Toon Tellegen, Misschien wisten zij alles)

Uitdrukkingen uit de oude doos (4):
Wie goed doet, goed ontmoet.
(met dank aan Joeri)

Wauw
Ik kan het weer (nog)! Gisteren: 4, lees: VIER, bladzijden op vier uur!

woensdag, augustus 14, 2002

Zoek de fout (of waren het er meerdere?):
- tweet heeft een kleine mond
- tweet is verliefd
- tweet gaat regelmatig joggen
- tweet is snel zat
- tweet houdt niet van kussen met onbekenden
- tweet gaat naar gevaarlijke fuiven
- tweet kent haar grenzen niet
- tweet houdt van regen
- tweet leest veel

Twee glazen
en ze danst
Twee glazen
en de wereld is mooi
Twee glazen
en mannen zijn lief
Twee glazen
en ze lacht tranen met tuiten
Drie glazen
en ze valt

dinsdag, augustus 13, 2002

Leeg
Wat kan de wereld toch licht zijn als het glas leeg is!

Ster
Had je wat te wensen, dan moest je vannacht niet te vroeg in je bed kruipen. Er zouden immers massa's vallende sterren te zien zijn, zo waarschuwde Frank Deboosere ons gisteren. Ik had wel veel te wensen, maar de roep van mijn bed was luider. Net voor ik slaapkamer-waarts ging, keek ik uit het raam. Donker, bewolkt, geen sterren te zien, geen wensen te doen.
Vanmorgen op de radio hoorde ik Frank trots vertellen dat er tientallen vallende sterren geweest waren vannacht. Tientallen? Ik was erg teleurgesteld. Dat waren maar een tiental wensen dan. Veel mensen zijn er niet gelukkiger geworden vannacht. Jouw vallende ster en jij, je hebt er toch een persoonlijke relatie mee. De ster valt opdat jij ze zou zien, opdat jij je wens zou kunnen doen. Voor elke vallende ster één wens. Dat dacht ik tot vanmorgen. Frank haalde me uit mijn dromen. Eén vallende ster zorgt immers voor duizenden wensen, duizenden mensen zijn mede-getuige van jouw vallende ster. Het verliest wel iets van zijn betovering zo, maar 't heeft ook zijn charmes.

zachtjes kruipt hij tegen me aan
een kleine hunkering
een vraag om troost
een aai
een streling
hard viel de hemel op zijn hoofd
Update: heb er een titel voor: Instantpoëzie

maandag, augustus 12, 2002

Bel
De bel gaat. Ik verwacht geen bezoek. Spannend, zo'n onverwachte visite. Maar ook ongelegen nu. Ik voer immers een leuk, maar intens telefoongesprek. Plotseling moet ik beslissingen nemen. Ik zou het erg vinden om het gesprek nu te onderbreken, 't was net leuk, en zo eenvoudig ligt het niet om eens snel terug te bellen. Maar ik wil o zo graag weten wie er voor mijn deur staat. Wat te doen?
Ik luister even minder goed naar de lieve stem aan de andere kant van de lijn. Ik probeer door het raam te kijken. Ik zie een donker hoofd met een gekleed wit hemd. Ik herken de man niet. Grrr, zo kom ik geen stap verder. Mijn aandacht is nu helemaal niet meer bij het telefoongesprek. Ik probeer de andere kant in bedekte termen te zeggen dat er iemand voor mijn deur staat. Ik hoop dat de andere kant niet zo hoffelijk zal zijn om direct een einde te maken aan het gesprek.
Ik trek het raam open, en buig er half doorheen. De twee mannen beneden merken me al snel op. Geen spoor van herkenning, dit is wel heel onverwachte visite. De ene toont me een tijdschriftje, "De Wachttoren". Ik ben opgelucht en schud snel mijn hoofd. Raam terug toe, volledige aandacht bij telefoon. Ik vertel de andere kant dat het bezoek beneden is afgewimpeld.
Voor mij geen uitleg over het einde der tijden vandaag. De Getuigen bellen aan bij de buren.

Mensen aan het verkeerde adres:
- gebit mannen vrouwen tanden kiezen
- doopsuiker leuven
- koppel zoekt koppel voor sex
- verpleegsters sex
- griekse kledij
- gynecologen sex
Blijkbaar heb ik ooit eens één keer het woord sex laten vallen, en verkeerd geschreven dan nog *zucht*.
Om het goed te maken: seks!

zondag, augustus 11, 2002

Opvoeding
Ik loop in een drukke winkelstraat. Ik wandel net iets sneller dan de man links van me. Hij loopt nog een beetje voor me uit. Ik wil hem voorbij steken. Veel plaats om naar rechts uit te wijken heb ik niet. Er zijn immers veel tegenliggers die me aan mijn rechterzijde willen passeren. Ik nader de man nu wel heel dicht. Hij ziet niet dat ik niet verder naar rechts kan lopen. Terwijl ik hem passeer, komt hij steeds verder mijn richting uit. Hij wil naar de andere kant van de straat. Dat komt niet goed. Hij komt in mijn private zone, en ik in de zijne. "Ga je nog botsen ook ofzo?" slingert de man me in mijn gezicht. "Sorry, dat was mijn bedoeling helemaal niet," mompel ik. "Dat is toch geen doen, zo dicht komen, dat is toch voor niks nodig! Niks manieren meer hé," vervolgt de man. Ik besluit hem te negeren en mijn weg te vervolgen op een veilige afstand. "Die opvoeding, die trekt er toch niet meer op!" roept de man me nog na voor een volle winkelstraat. Ik kijk niet meer om.

Uitverkoop
"Totale uitverkoop in sportwinkel X" lees ik. Mmmm, denk ik, misschien kan ik me eindelijk eens nieuwe sportschoenen aanschaffen. Mijn oude beschouw ik al heel lang als "oud". Ze dateren nog uit mijn volleybal-tijd en toen vond ik al dat ik dringend nieuwe nodig had. De oude waren voortaan mijn "slechte" schoenen, ik zou er toch zo nieuwe kopen. Met de oude deed ik een vlottentocht, ging ik kajakken en waterfietsen. Dat ze telkens doornat werden, hoef ik je niet te vertellen. Maar telkens droogden ze weer. Telkens gebruikte ik ze weer om mee te gaan lopen, ik had immers geen andere dan de "slechte", die nu toch niet meer zo slecht waren.
Ik stap de winkel binnen, stap op de afdeling sportschoenen af en wat ik daar tref is een puinhoop, een slagveld. Overal liggen hopen witte, blauwe, fluo en zwarte sportschoenen. Sommige zijn met een elastiekje of een veter aan hun tweelingbroertje verankerd, de meesten liggen verweesd in hun eentje. Tussen de hopen sportschoenen liggen ook nog verdwaalde sandalen, wandelschoenen en voetbalschoenen. Moeders, vaders, kinderen, echtgenoten en echtgenotes grabbelden in de bergen schoenen op zoek naar het juiste maatje én het bijhorende tweede exemplaar.
De moed zonk me letterlijk in de schoenen. Ik deed nog een halfslachtige poging om een maatje 38 te vinden, een tweelingbroertje én een tweelingzusje, maar er was geen beginnen aan. Pas toen ontwaarde ik in de hoek een stapel schoendozen, gevuld met twee exemplaren. Een aha-erlebnis was dichtbij. Ik nam twee dozen en zonderde me een beetje af van het gekrioel tussen de bergen schoenen op de grond. Ik trok mijn sandalen uit, lette er goed op dat ze niet terechtkwamen in de stapels sportschoenen, en paste de twee paar sportschoenen. Het tweede paar paste me perfect. En zo heb ik nu eindelijk nieuwe sportschoenen, voor 25 euro, weliswaar van een erg fout merk. Mijn oude mogen nu écht weg.

zaterdag, augustus 10, 2002

Postzegel
Eureren we onze brieven vanaf 1 januari 2002?
En Nederlanders? Wat deden jullie toen wij onze brieven nog frankeerden? Gulderen?

Taal
Hoe kunnen twee personen exact dezelfde taal schrijven, twee totaal verschillende talen spreken?

vrijdag, augustus 09, 2002

Uitdrukkingen uit de oude doos: (3)
- Dat is schoon van ver, maar ver van schoon.
- Water loopt altijd naar de zee.

donderdag, augustus 08, 2002

Deur
Ik stap van het werk naar de bieb, op het voetpad, zoals het hoort. Een beetje verder staat een man van onbestemde leeftijd te babbelen met een onzichtbare persoon, die in zijn/haar deurgat staat. Meters voor ik de man passeer, waait me een sterke geur tegemoet. Een hele sterke oude-vrouwengeur. Er moet een heel oud vrouwtje wonen in dat deurgat. Als ik hem passeer, doet de man een stap opzij. Ik kijk over mijn linkerschouder en daar staat inderdaad een oude vrouw in haar deurgat. Mijn neus liet me niet in de steek. Zouden alle oude vrouwen zo rieken? Ga ik later, als ik oud ben, dezelfde geur verspreiden?

Moe
Wéér een discussie. Verontwaardigd poneert hij een stelling. "Dat kan toch niet, dat is toch ongeoorloofd!" Ja, natuurlijk is dat niet netjes, denk ik in mezelf. Maar ik probeer toch argumenten aan te halen die een beetje nuanceren. Zo zwart als hij het voorstelt is het vast niet. Terstond kleeft hij een wit etiket op mij. Zo had ik het niet bedoeld, het is grijs, alles is grijs! Ik probeer hem duidelijk te maken hoe grijs het wel niet is, maar voor hem wordt het steeds zwarter. Nu valt hij ook mij aan, omdat ik een tikkeltje wit meedraag in mijn grijs. Ik word hier zo moe van. Ik heb er geen zin meer in. Volgende keer zwijg ik gewoon, maar mijn hoop dat hij dat dan ook zal doen, die heb ik al opgegeven.

Licht
Vannacht werd ik wakker met tandpijn. Zowat mijn hele linkerbovenkaak deed pijn. Voorzichtig streek ik met mijn tong langs de binnenkant van mijn tanden. Daarna deed ik hetzelfde langs de buitenkant. Ik kon geen speciaal plaatsje vinden waar het extra pijn deed. Heb ik dan nu overal gaatjes? dacht ik. Tot nu toe ben ik daarvan gespaard gebleven, ik ga gaatloos door het leven. Mijn tanden dan toch.
Plots wist ik waarom ik zo'n pijn had. Het was immers geen onbekende gaatjespijn, maar een bekende pijn van lang geleden. Mijn spiksplinternieuwe wijsheidstand links bovenaan was de schuldige. Die was flink aan 't duwen tegen de andere tanden. Ik nam de schade op met mijn tong: mijn hoektand stond inderdaad een beetje meer naar binnen, en ook mijn kiezen stonden niet langer mooi op een rijtje, en zat een kleine knik in.
Hoog tijd om de tandarts te bellen! Misschien moeten die wijsheidstanden er dan toch uit. Ze had me nog zo gezegd dat dat niet nodig zou zijn, dat ik nu wel genoeg plaats had, zonder de vier kiezen die er jaren geleden al uit gingen. Niet dus. Getekend, Nele-met-de-kleine-mond.

woensdag, augustus 07, 2002

Druk
- "Heb jij nog geen vakantie gehad dan?"
- "Nee, nog niet, pas later."
- "Nele houdt niet zo van vakantie. Ook vroeger niet. Ze had het veel liever druk. Alleen wanneer haar dagen helemaal gevuld waren, voelde ze zich goed. Anders liep ze maar ambetant rond."
Mijn moeder verkondigt mijn leven aan een totale buitenstaander. Ze heeft gelijk. Ik voel me beter wanneer mijn dagen propvol zitten. Maar ze moeten propvol leuke dingen zitten. Dat is nu niet het geval. Mijn dagen zitten vol, maar de minder leuke dingen wegen zwaar door. Een goed gevoel houd ik daar niet echt aan over.

Middagpauze
Een terrasje, een soepje, een kleine lepel (dankuwel man van S., ik hoef het zelfs al niet meer te vragen), een boek en de zon (eventjes toch).

Oud
In de koffiekamer hing een nieuwe affiche van onze zolderbewoners. Het thema was meteen duidelijk, maar wat de affiche precies aankondigde, veel minder. Alleen een aantal plaatsen en instellingen die meewerkten stonden vermeld op een "beestig" rode achtergrond. Collega S. wist er wel raad mee. "De practische gegevens staan aan de achterkant, dat is nu in." En inderdaad, een blik op de ommezijde bracht opheldering. Collega F. vond dat maar niets. "Weer een nieuwe trend waar ik tegen ben. Ik word oud, ik word een oud zage-ventje." Met zijn eerste bewering kon ik het moeilijk oneens zijn, de tweede verklaring, daar geef ik hem, op dit moment, ongelijk in. Gelukkig voor hem.

dinsdag, augustus 06, 2002

Park
Het schemerde al. Het was stil in het park. Een enkeling liet zijn hond uit, een paar joggers haastten zich naar hun eindbestemming. Aan de oevers van de vijver stond een trotse reiger. Ik passeerde hem op twee meter. Hij gaf geen kik. Op een bankje in een uithoek van het park zaten drie mannen. Ze hadden hun fiets tegen een boom geplaatst. Er was niks speciaals aan de mannen. Ze hadden een lange werkdag in de fabriek achter de rug, ze zagen er een beetje afgepeigerd uit. Die ene was getekend door het leven. Dat zag je zo. Hij had een pokdalig gezicht en vermoeide trekken. Ze droegen allemaal een jeansbroek, een slobberige trui of een geblokt hemd. Alledrie hadden ze een agenda vast. De ene noteerde iets in kriebelig handschrift.
Ik dacht: "Die zijn een volgende "aanslag" aan het plannen."
Word ik nu paranoïde?

Schrijven voor de eeuwigheid
Boektitel: "Diest in de vorige eeuw"
Alsof er nooit een eenentwintigste eeuw zou komen.

maandag, augustus 05, 2002

Schiet
"De schietpartij in O.-L.-V.-Waver doet de discussie over het bezit van vuurwapens weer opleven." Noem mij één geval waarin het bezit van vuurwapens geoorloofd is. Geef mij één gebeurtenis waarin een vuurwapen zijn nut zou kunnen bewijzen. Wettelijke zelfverdediging, zegt u? In welke gevallen spreek je van wettelijke zelfverdediging? Wanneer is je leven zo in gevaar dat een pistool een uitweg zou bieden? Zou je als het zover is nog de tijd, de precisie en de doordachtheid hebben om je vuurwapen ter hand te nemen, en goed te mikken? Dit wil zeggen, de persoon in kwestie te verwonden zonder hem/haar te doden? Zou iemand zich echt veiliger voelen moest hij of zij een wapen in huis hebben? Is het bezit ervan in elk geval, al ben je nog zo goed opgeleid, niet gevaarlijker dan wanneer je geen wapen bezit? Een kogel kan verdwalen, een pistool kan op een onvoorzien moment afgaan, het kan in handen komen van de verkeerde mensen. Afschieten, die wapenvergunningen en het wapenbezit zeg ik u!

Kus
Voorzichtig, een tikkeltje aarzelend, boog de man zich naar mij toe. Hij gaf me een kus op m'n wang. Ik kende de man amper, slechts één keer eerder hadden we elkaar gezien. Eigenlijk heb ik niet zo de gewoonte om "onbekenden" ter begroeting een kus te geven. Alleen familie en heel nabije vrienden krijgen spontaan een kus. Zo ging het er bij ons aan toe, eerder uit gewoonte dan uit principiële overwegingen. Stel, de man had niet de gewoonte relatief onbekenden ter begroeting een kus te geven. Stel ik had die gewoonte wel. Hoe zou de man gereageerd hebben, moest ik aanstalten maken hem spontaan een kus op zijn wang te planten? Vrouwen accepteren nogal snel, maar zouden sommige mannen niet vreemd opkijken? Overigens, ik had niets tegen die kus hoor man, ik vind het wel een goede gewoonte.

zondag, augustus 04, 2002

Plots stopte de muziek
De DJ vroeg stilte.
Hij kreeg die niet.
Waarom zouden we ook, we wilden muziek.
"Ik denk niet dat jullie de ernst van de situatie kennen, daarbuiten is iemand neergeschoten, iemand vecht voor zijn leven."
Nu werd het wel stil.
Heel stil.
Buiten lag een wit laken over een menselijke vorm.
Even verderop verdrongen verpleegkundigen en artsen zich om een tweede lichaam.
Ik wilde niet kijken, ik wil niet weten wie het was.
Ik wil niet, nog niet, weten hoe het afliep voor de tweede man.
Ik wil dat het niet afliep.
Ik snap er niets van.
Ik kan er niet bij.
Waarom?
Update:
TWEE JONGEREN DOODGESCHOTEN OP SCOUTSFEEST

In Onze-Lieve-Vrouw-Waver bij Mechelen
zijn zaterdagnacht op een scouts-fuif
twee jongeren doodgeschoten door een
19-jarige. De dader is onmiddellijk
gevat.

Hij schoot de twee slachtoffers vanop
korte afstand neer. Eén van hen was op
slag dood, de andere stierf op weg naar
het ziekenhuis.

Het motief van de dader is niet bekend.
Het incident gebeurde op een openlucht-
fuif van de scouts, waar een paar
duizend jongeren waren. Tijdens de fuif
toonde de jongen zijn wapen.
Waarschijnlijk zijn enkele jongeren hem
achterna gelopen, heeft hij zich
omgedraaid en geschoten.

bron: radio 1, zie ook DSonline.

Reclame (2)
Het groot feest (zie onderaan) werd geen groot feest.
Er werd geschoten.
Minstens één man liet het leven, een tweede misschien.
Dat dit kan.


zaterdag, augustus 03, 2002

Verbeteren
Je eigen tekst nalezen heeft af en toe zijn nut.
"Meestal paarden de leden in cycli van één tot vijf jaar."
moest zijn:
"Meestal spaarden de leden in cycli van één tot vijf jaar."

Morgen
Vanmorgen werd ik wakker. Mijn wekker gaf iets voor zeven aan. Snel de radio op, het eerste nieuws meepikken. Ik verstond niet alles en niet alles van wat ik verstond drong helemaal door. Toch nog te vroeg blijkbaar. Radio uit en terug bed in. De volgende keer dat ik wakker werd, was het iets voor acht. Mijn vaste slaapklok staat blijkbaar voorgeprogrammeerd op één uur. Weer zette ik de radio aan, het nieuws was uitgebreider nu. Moest iemand met het vragen, ik zou het kunnen navertellen. Echt wakker deze keer dus. Tijd dan maar voor een snelle douche, een rondje weblogs en een kommetje all bran. Daarna fietste ik door stille straten en arriveerde in een stil station. Op de plaats van aankomst is het nog stiller nu, maar wie gaat er ook vrijwillig werken op een vrije zaterdag?

vrijdag, augustus 02, 2002

Aap
Een aapje wou eens vrolijk zijn
en hij beet in de billen van de kapitein
de kapitein was vreselijk boos
en hij stopte de aap in een poederdoos
de poederdoos was veel te wit
en hij stopte de aap in een kolenkit
de kolenkit was veel te zwart
en hij stopte de aap in een apenkooi
de apenkooi stond open
en het aapje kon gaan lopen
en vijf plus vijf is tien
en het aapje was gezien!

Zacht
Het regent, of het waait, of beiden. Dat kan ik van hier niet uitmaken. Het kan me niet zoveel schelen ook. 't Geeft me alleen nog meer zin om hier nog een tijdje langer te blijven. Ik draai me nog eens om. Rondom me is het helemaal donker. Alleen in de verte is er een streepje licht. De geluiden verdwijnen langzaam naar de achtergrond. Ik draai me nog eens om en tast naar Brik. Mijn hoofd wordt terug helemaal leeg. Geen enkele gedachte, geen enkele zorg en geen enkele droom. Tot de wekker gaat. Dan blijken er wel dromen te zijn, vele gedachten en vele zorgen. Maar ik heb wel zacht geslapen.

Testje

find your inner PIE @ stvlive.com

Zomerfruit
aardbei
perzik
nectarinne
abrikoos
mango
braambes
appel
pompelmoes
framboos
(gele) kiwi
zwarte bes
aalbes
bosbes
meloen (water, galia en cavaillon)
kers
banaan
pruim
kriek
stekelbes

De tien geboden van den spaarzamen werkman (1870)
1) Des zondags altijd rusten,
Zoo zal het werk u lusten.
2) Des maandags niet verletten,
Maar vroeg aan ’t werk u zetten.
3) Geen kwak of borrels pakken,
Zulks ledigt rap de zakken.
4) Des avonds onder ’t klappen
Huisraad en kleren lappen.
5) Maar zelden voyageeren
dat doet te veel verteren.
6) De pracht dient steeds vermeden,
zij schaadt aan beurs en zeden.
7) Duld geen gesnoep bij kinderen,
Zoo niet uw goed zal minderen.
8) Wil nooit een koop beslissen
Van iets dat gij niet kunt missen.
9) Op kleine winsten passen,
dit doet den rijkdom wassen.
10) Spaar dagelijks maar een centje,
’t Maakt op den duur een rentje.

donderdag, augustus 01, 2002

Eén na één verdwijnen de dagen.
Steeds sneller wordt het donker.
Het gekwetter wordt luider.
Er rest haar nog weinig tijd.

Bal
Voor me uit liepen een meisje en een jongetje. Een broertje en een zusje. Ze kwamen net uit het park. De jongen droeg een echte voetbal, in zijn handen leek dat een enorm ding. Hij was er duidelijk trots op. Dat kon je zo zien. Ongetwijfeld was hij een kanjer van een voetballer. Zijn oudere zus moest op dat vlak de duimen leggen voor haar broertje. Even nam de broer de rol van oudste bemoederend over.
- "Je moet niet wenen als je verliest hé!"
- "Nee, dat doe ik niet hoor."
"En ik ga nooit meer samen met papa spelen, dan verlies ik altijd."
De jongen vond dit een zeer verstandig besluit. Want het was waar, zijn zus deed erg haar best, maar papa, die kon absoluut niet voetballen. De zus bewees nogmaals dat ze er alles aan wilde doen om ook een voetbalster te worden.
- "Ik wil dag én nacht voetballen."
De jongen vond dat wel heel knap van zijn zus, maar zag ook zijn positie als stervoetballer bedreigd.
- " Dat gaat niet hé, overdag wel maar 's nachts niet, dan moet je slapen."
Het meisje was duidelijk teleurgesteld.
- "Ik ga toch proberen."
Ondertussen waren ze thuis aangekomen. Daar wachtte het meisje ongetwijfeld een zacht bed, en een nacht vol zoete voetbaldromen.